Deel 5: 1992

Ik schrik met een ruk wakker. Het is midden in de nacht, ik zie niets. Het moet een uur of 3 zijn. Splinters vliegen in het rond. Er landt iemand in mijn nek! Ik hoor sirenes loeien en iemand jammeren. Voor mijn voeten ligt een man te stuiptrekken en hij maakt een geluid als dat van een gewond dier. Hij krabbelt op, kijkt schichtig om zich heen en strompelt dan verdwaasd langs de muur van de gevangenis de duisternis in. Ik vang een glimp op van zijn gezicht als hij een laatste keer angstig achterom kijkt.

Ik ken die man, denk ik bij mijzelf. Dat is de man die ik veel vaker heb gezien, achter het raam op de derde verdieping. Is hij van die hoogte komen vallen…? Heeft hij even geluk dat ik er ben. Zonder mij was de stakker te pletter gevallen. Dan was hij zeker uit elkaar gespat, zo naast mijn voet.

De merel tettert in mijn oor. Ook zij is wakker geworden van alle tumult. Ga slapen bolletje veren, denk ik. Het is nog lang geen ochtend.

Feesttent
Group 14 Copy 3