“Als klein jongetje kwam ik al op voor mensen die het moeilijk hadden”

Interview met Abdoel

reclasseringswerker en gedragstrainer

Abdoel is als middelste van een gezin van vijf kinderen vaak degene die ruzies sust en ertussen stapt als een situatie dreigt te escaleren. “Misschien speelt mijn karakter daarin mee: ik ben best verlegen en rustig en dat kalmeert mensen snel.” Ook in zijn functie als toezichthouder werkt dit: hij kan zich geen vervelende cliënt herinneren en heeft nooit iemand hoeven overdragen aan een collega. Hij vindt zijn werk enorm leuk, maar slaat nu toch zijn vleugels uit richting trainerschap. “Voor iemand die niet graag op de voorgrond treedt, vormt trainingen geven een geheel nieuwe uitdaging.”

Als Abdoel de Havo doet, weet hij net als veel leeftijdgenoten niet echt welke kant hij op wil. “Ik was creatief en tekende graag, dus grafisch vormgeven of de kunstacademie leek me wel wat. Geschiedenis was ook een enorme passie van me. Ik heb zelfs een jaar een opleiding tot geschiedenisdocent gedaan, maar dat bracht me toch te weinig diepgang.” Toch komt er altijd hetzelfde antwoord als hem gevraagd wordt wat hij het liefste zou doen: mensen helpen en zo de wereld mooier en rechtvaardiger maken. Dan is een opleiding Sociaal Juridische Hulpverlening natuurlijk voor de hand liggend. “Het was een mooie mix van maatschappelijk werk en rechten. Veel van wat ik interessant en belangrijk vind, kwam erin samen.”

Abdoel

Moordende concurrentie

Als tijdens zijn studie iemand van de reclassering een praatje komt houden, weet Abdoel het zeker: daar wil ik werken. Ook tijdens zijn stage bij PI Alphen komt hij in aanraking met reclasseringswerkers, die dat gevoel versterken. Het is in 2012 echter bijzonder ingewikkeld om een baan te vinden. Werk is er nauwelijks, en als je solliciteert is de concurrentie moordend. Na een eerdere poging bij de reclassering van het Leger Des Heils, besluit Abdoel het nog één keer te proberen bij Reclassering Nederland, dit keer in het zuiden van het land. Hij wordt uitgenodigd en mag meedoen aan een speeddate. “Ik denk serieus dat er wel 200 man aan meededen.” Daarna volgt een tweede gesprek en een assessment, en als Abdoel dan wordt aangenomen, moet hij beslissen: verhuis ik hiervoor van Alphen aan den Rijn naar Limburg? Hij besluit de sprong te wagen en wordt toezichthouder/specialist elektronische monitoring in Maastricht.

Waaruit haal ik vooral energie?

Na dat bijna negen jaar gedaan te hebben, breekt er een pittige tijd aan. Abdoel: “Werken met cliënten die een enkelband dragen is hartstikke leuk. Je moet altijd paraat staan, in staat zijn om heel snel problemen op te lossen en creatief te denken. Maar de werkdruk was hoog en door uitval van collega’s werd die nog hoger. En de achterwachtdiensten waren niet te doen met de twee kleine kindjes die ik inmiddels had. Mijn nachten waren sowieso al gebroken maar dat werd door die achterwachten nog erger. Er moest iets veranderen.” Hij besluit met een loopbaancoach te gaan praten. Dat levert hem waardevolle inzichten op. “Ik moest op zoek gaan naar zaken die me energie gaven. Dat krijg ik vooral van mijn gezin, familie en vrienden, dus een betere werk-privébalans was stap één. Maar ook mijn creatieve kant geeft me energie. Dus ik ben gaan schrijven; op dit moment schrijf ik een kinderboek! En ik ben gestopt met die elektronische monitoring.”

Van toezichthouder naar trainer

Verder geeft het loopbaantraject hem het duwtje in de rug om het trainersvak te gaan ontdekken. “Afgelopen september heb ik de trainersopleiding gevolgd en nu geef ik de CoVa (cognitieve vaardigheidstraining) aan onze cliënten. Hopelijk volgt snel de BORG-training (ook wel huiselijk geweldtraining genoemd, red.). Mijn eerstvolgende doel is eigenlijk om geen toezichthouder meer te zijn en voltijds trainingen te geven.” Zal hij zijn werk als toezichthouder niet missen? “Ik heb daar altijd enorm van genoten. Je leert zo veel, van zowel collega’s als ook van cliënten. Als je iemand helpt met zijn schulden, word je zelf bewuster van geldzaken. Als je ziet hoe iemand zijn kinderen opvoedt, ben je dankbaar voor je eigen band met je kinderen. Cliënten geven je levenslessen mee, je leert hoe je in elkaar steekt, wat je kracht is, hoe je een gezonde relatie met hen opbouwt, wat werkt en wat niet. Daar ben ik dankbaar voor. Maar ik ken het werk intussen wel. Ik voel dat ik toe ben aan een nieuwe uitdaging, en die vind ik in het geven van trainingen. Voor iemand die niet graag op de voorgrond treedt, is het heel spannend. Hoe kom ik over? Hoe breng ik de stof over? Wat doet de dynamiek in zo’n groep met me? Ik zou zelfs op termijn ook graag trainingen willen ontwikkelen.”

Het gras is nergens groener

Aan weggaan bij de reclassering heeft Abdoel nog niet echt gedacht, ondanks dat hij veel aanbiedingen krijgt en ook wel om zich heen kijkt. “Zodra je gaat vergelijken, blijkt telkens weer dat er weinig organisaties zijn die ons overtreffen qua deskundigheid, verscheidenheid in functies, onze positie binnen de keten, de verantwoordelijkheid naar de maatschappij toe. Als ik naar mijn toekomst kijk, zou ik altijd betrokken willen blijven bij de reclassering. Het past gewoon heel goed bij me: mensen helpen, de wereld een stukje mooier maken. Er is zelfs plek voor mijn passie voor geschiedenis nu de organisatie 200 jaar bestaat. Tijdens de Iftar die we afgelopen Ramadan organiseerden, heb ik daar nog aandacht voor gevraagd: dat we ons al 200 jaar inzetten voor de mensen die het moeilijk hebben, net zoals ik dat als klein jongetje al deed.”

Tekst: Marlies Hofland-van der Steeg
Illustratie: Nicole van den Hout

Lees ook de andere verhalen

Tekening Ine
Ine: “Ik had dit werk graag veel en veel langer willen doen”
Tekening Jan
Jan: “Soms heeft ons werk niets met crimineel gedrag te maken”
Feesttent
Group 14 Copy 3