“Huisdieren vertellen een verhaal, ook al praten ze niet’’

Interview met Mary

Reclasseringswerker en specialist dierenwelzijn

Toezichthouder Mary heeft een warm hart voor dieren en trekt zich hun lot sterk aan. Inmiddels heeft ze zoveel expertise op dit vlak dat ze niet alleen door collega’s maar ook door ketenpartners benaderd wordt met vraagstukken, en op (internationale) congressen presentaties geeft. Hier is een verbinder pur sang aan het woord.

In haar vroege jeugd wist Mary al dat ze iets wilde gaan doen met criminaliteitsbestrijding, geïnspireerd door haar vader. Die was hoofd van de Douanerecherche bij de FIOD en werkte daarna voor Europol. Mary keek tegen hem op en vond wat hij deed interessant en waardevol. Toch liep haar carrièrepad niet rechtstreeks naar onze voordeur. Eerst ging ze de kant van de dieren op: ze volgde de opleiding paraveterinair (dierenartsassistente met extra bevoegdheden, red.) en ging als zodanig werken in Bremen, in Duitsland. Toen ze ontdekte dat ze toch liever met mensen werkte dan alleen met dieren, kwam ze terug naar Nederland en solliciteerde bij de politie. Ze werd afgewezen. “Maar ik had een plan B. Als het bij de politie niet zou lukken, zou ik de hbo-studie Social Work doen.” Zo gezegd, zo gedaan. In haar laatste jaar kreeg zij het vak Werken in Gedwongen Kader en dat vond ze dusdanig interessant dat ze bij de reclassering solliciteerde. Nog tijdens haar studie kreeg ze bij Reclassering Nederland een baan.

Mary 200 jr

3RO Landelijke werkgroep Dierenwelzijn

Inmiddels zijn we zestien jaar verder en is Mary een doorgewinterde toezichthouder in Den Haag. Haar specialisatie? Die mag duidelijk zijn: dierenwelzijn. Ze richt een landelijke werkgroep dierenwelzijn op. Uit alle regio’s en van alle drie de reclasseringsorganisaties zijn mensen bij deze werkgroep actief, die inmiddels 19 collega’s telt. Onder andere casuïstiek wordt in de werkgroep gedeeld. “Het doel van de werkgroep is o.a. om reclasseringswerkers te ondersteunen in dierenwelzijnszaken en hen bewust te maken van dierenwelzijn. Welke vragen stel je aan je cliënt en waar let je op tijdens een huisbezoek? Daarmee helpen we hen.”

Mary kent de afhankelijke positie waarin kinderen en dieren zitten en dat dit hen kwetsbaar maakt. “Aan kinderen wordt vaak wel gedacht, aan dieren stukken minder, terwijl zij ook blauwe plekken en kneuzingen hebben als ze mishandeld worden. En kijk eens wat het psychisch met een kind doet als zijn huisdier wordt geslagen.” Ze wijst erop dat dieren ook op andere manieren in het strafrecht voorkomen en noemt voorbeelden als de bijtincidenten, dierenporno, dierenhandel en hondengevechten. “Het is de taak van de reclassering om te signaleren, de risico's te inventariseren en te interveniëren. We moeten daarom dierenwelzijn meenemen in gesprekken met cliënten en als je zorgen hebt, deze bespreekbaar maken.”

Een jonge hondenmishandelaar

Maar Mary’s werk rondom dierenwelzijn gaat verder dan de werkgroep. Als echte verbinder zoekt ze contact met mensen buiten de organisatie, voor kennisuitwisseling en om samen te werken aan zaken. En zo kan het zijn dat ze met een officier van justitie op een zogenaamde Eenheidsdag van de politie staat en daar een presentatie geeft aan mensen van de dierenpolitie en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID). “Wij zijn vooral gewend samen te werken met het OM en de politie. Maar de LID alsook de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) zijn toezichthoudende partijen, met wie we in dierenwelzijnszaken geen samenwerkingsverband hebben. Terwijl dat zo goed zou zijn in onze toezichten.”

Doordat ze zo naar buiten treedt en verbinding zoekt met anderen, weten veel mensen haar intussen te vinden voor overleg. Zo benaderde de politie haar een tijdje terug met een anonieme casus. “Een jongetje van acht had zijn hondje zwaar mishandeld, dat gefilmd, en dat filmpje toonde hij aan een teamgenootje van de voetbal. Hij zei: ‘Ik ga er nog een maken’. Daar schrok dat teamgenootje zo van, dat hij het zijn vader vertelde. Die belde de politie.” De politie bracht de hond in veiligheid, terwijl Mary meteen contact opnam met Directie Veiligheid van de gemeente. Deze contacteerde op zijn beurt de hulpverlening, die contact had met de politie en dezelfde dag nog langsging op het adres van deze jongen. Mary: “Er is direct hulp opgezet. Dat deze jongen van acht zijn hondje zo mishandelde, leek te komen doordat hij zelf mishandeld werd. Dat je daar dan iets aan kunt doen, zelfs zonder officieel mandaat, is erg waardevol.”

Verwaarloosde dieren op een boerderij

Een ander mooi voorbeeld van hoe Mary haar netwerk aanspreekt, is die van een vrouw met verwaarloosde dieren op een boerderij. “Een van haar drie koeien was ziek en leed pijn, een betrokken buur had het gemeld.’’ Bij inspectie bleek ook dat de behuizing van de paarden niet in orde was. ‘’Ik las het procesverbaal en dacht: de controle op dat erf heeft bijna een jaar geleden plaatsgevonden. We kunnen pas een goed reclasseringsadvies uitbrengen als eerst een hercontrole gedaan wordt, om te kunnen beoordelen hoe de dieren er nu bij staan.” Ze neemt contact op met het OM. Deze geeft de politie opdracht voor een hercontrole. Mary wordt gevraagd bij die controle aanwezig te zijn. Zij houdt zich immers bezig met dierenwelzijn en dat weten ze van haar. Mary vraagt de adviseur die het reclasseringsadvies schrijft, ook mee te gaan. “Op het politiebureau was een groot comité aanwezig; twee dierenartsen, recherchekundigen, de Tactisch coördinator DCG, het OM, de gemeente en een toezichthouder van de NVWA en LID. We vertrokken in colonne naar het erf. En dan doe ik wat ik altijd doe: ik ga in gesprek met de cliënt en vraag door. ‘Ik zie dat je met heel veel bezig bent, is het nog te behappen voor je? Kom je nog wel toe aan jezelf?’ Ook haar collega stelt vragen en door de inzet van alle disciplines op het erf verkrijgen zij belangrijke informatie voor het reclasseringsadvies.

‘’Het bleek dat het haar volledig boven de pet gegroeid was. Ze had twee banen, alleen al om het voer voor alle dieren te kunnen bekostigen. Voor zichzelf bleef nauwelijks wat over.” Mary’s oprechte interesse en medeleven blijken vertrouwen bij de vrouw te wekken. “Ze zei later tegen mijn collega: ‘Als jullie me niet waren komen opzoeken op mijn erf en niet met me hadden gepraat, was het kwartje nooit gevallen.’ Ze begreep dat wij de rechtbank adviseerden om een ambulante behandeling op te leggen, begeleiding door de reclassering en een gedeeltelijk houdverbod dieren. Ze gaf terug dat dat voor nu ook beter was en wilde zelfs met het toezicht starten nog vóór de rechter haar strafzaak inhoudelijk behandeld had. Dat had ik nog nooit meegemaakt.” In de begeleiding bij deze vrouw is het volgens Mary belangrijk oog te hebben voor de droom die zij heeft, namelijk het opzetten van een kinderboerderij, “Als zij die kinderboerderij wil, wie zijn wij dan om te zeggen dat dat niet mag? Je moet vooral samen kijken naar een plan dat haar helpt een gezonde situatie voor zichzelf te creëren waarin welzijn van haar dieren voor de lange duur geborgd wordt. Dat is wat we voor en met haar kunnen doen. Wij maken daarin als reclasseringsorganisatie het verschil. En dat maakt me trots.”

Tekst: Marlies Hofland-van der Steeg
Illustratie: Nicole van den Hout


Dit verhaal over hoe dierenwelzijn een rol kan spelen in het reclasseringswerk plaatsen wij bewust op dierendag. Het staat los van de vreselijke gebeurtenis in Rotterdam, waarbij de verdachte eerder veroordeeld blijkt te zijn voor dierenmishandeling.

Lees ook de andere verhalen

Tekening Ine
Ine: “Ik had dit werk graag veel en veel langer willen doen”
Tekening Jan
Jan: “Soms heeft ons werk niets met crimineel gedrag te maken”
Feesttent
Group 14 Copy 3