Eind november gingen Bureau Buitenland-medewerkers Jimmy en Klaas langs bij drie Nederlandse gedetineerden in een Duitse gevangenis. Zij werken bij Bureau Buitenland als regiocoördinator en houden zich samen met collega Heinrich onder andere bezig met gedetineerden in Duitsland. Ze informeerden de jongens over de rechtsgang en keken hoe het met hen ging. “Je ziet hoe dankbaar ze zijn dat je er bent. Even Nederlands praten over Nederlandse dingen, dat doet al zoveel goed.” Die jongens hadden aangegeven reclasseringscontact te willen, en dat is de crux van Bureau Buitenland: het contact is vrijwillig en dus zijn gedetineerden al gemotiveerd om mee te werken. Maar er is nog veel meer wat werken bij Bureau Buitenland zo bijzonder maakt.
Het werk van Bureau Buitenland is gericht op in het buitenland gedetineerde Nederlanders. De focus? Na detentie terugkeren naar Nederland zonder in een zwart gat te vallen. En dat begint al vroeg. Jimmy: “Zodra een gedetineerde is opgepakt in het buitenland, ontvangt hij via de ambassade of het consulaat een formulier, waarmee hij kan aangeven dat hij reclasseringscontact wil. Dan komt hij bij ons in beeld. We beginnen met een inventarisatie van waar problemen zouden kunnen ontstaan: schulden, zorgverzekering, huur, hypotheeklasten, medicijngebruik, werk. We laten de gedetineerde zoveel mogelijk zelf oplossen, of werken via de door hem opgegeven contactpersoon. Als we zien dat de zelfredzaamheid tekortschiet, adviseren we en ondersteunen we. Zo sorteren we alvast voor op een succesvolle terugkeer.”