Bureau Buitenland: een vreemde eend in de bijt

Interview met Jimmy To, Klaas Spoelstra, Heinrich Althoff

Coördinatoren Gedetineerdenbegeleiding Buitenland

Eind november gingen Bureau Buitenland-medewerkers Jimmy en Klaas langs bij drie Nederlandse gedetineerden in een Duitse gevangenis. Zij werken bij Bureau Buitenland als regiocoördinator en houden zich samen met collega Heinrich onder andere bezig met gedetineerden in Duitsland. Ze informeerden de jongens over de rechtsgang en keken hoe het met hen ging. “Je ziet hoe dankbaar ze zijn dat je er bent. Even Nederlands praten over Nederlandse dingen, dat doet al zoveel goed.” Die jongens hadden aangegeven reclasseringscontact te willen, en dat is de crux van Bureau Buitenland: het contact is vrijwillig en dus zijn gedetineerden al gemotiveerd om mee te werken. Maar er is nog veel meer wat werken bij Bureau Buitenland zo bijzonder maakt.

Het werk van Bureau Buitenland is gericht op in het buitenland gedetineerde Nederlanders. De focus? Na detentie terugkeren naar Nederland zonder in een zwart gat te vallen. En dat begint al vroeg. Jimmy: “Zodra een gedetineerde is opgepakt in het buitenland, ontvangt hij via de ambassade of het consulaat een formulier, waarmee hij kan aangeven dat hij reclasseringscontact wil. Dan komt hij bij ons in beeld. We beginnen met een inventarisatie van waar problemen zouden kunnen ontstaan: schulden, zorgverzekering, huur, hypotheeklasten, medicijngebruik, werk. We laten de gedetineerde zoveel mogelijk zelf oplossen, of werken via de door hem opgegeven contactpersoon. Als we zien dat de zelfredzaamheid tekortschiet, adviseren we en ondersteunen we. Zo sorteren we alvast voor op een succesvolle terugkeer.”

Tekening medewerkers bureau buitenland

De vrijwilliger

Als er zoveel mogelijk op orde is, gaat er eens in de zes tot acht weken een vrijwilliger langs bij de gedetineerde. Heinrich: “Ze spreken over waarom de gedetineerde tot het delict overging bijvoorbeeld, of hoe hij zijn toekomst ziet. Het gaat niet alleen over voetbal.” Van die gesprekken schrijft een vrijwilliger een verslag dat met de regiocoördinator wordt gedeeld. “Er zijn vrijwilligers die 20 tot 30 gedetineerden zien in 4 of 5 gevangenissen. Die hebben daar twee dagen per week werk van! Ik vind werken met vrijwilligers zo geweldig vanwege dat soort inzet: onbetaald, trouw en ongelofelijk gemotiveerd.”

Vrijwilligers doen het werk soms zo lang, dat ze een band opbouwen met zowel de gedetineerden als met het gevangenispersoneel. “We hadden ooit een vrijwilliger die met Oud & Nieuw oliebollen onder zijn jas meesmokkelde. Dat kan natuurlijk niet. Maar diegene kwam al zo lang in die gevangenis dat hij daar iedereen kende; die kon wel een potje breken.”

De gedetineerde

Wat het werk vooral zo bijzonder maakt, is de enorme variatie aan cases. Heinrich, die het werk al doet sinds 2004, kan er een boek over schrijven. Een voorbeeld: “Een gedetineerde in Duitsland moest nog zes weken zitten en besloot toen te ontsnappen. Elke dag had ik de gevangenisdirecteur aan de lijn: hoe heeft hij die ontsnapping gedaan? Het was die man een raadsel. Toen kreeg ik na twee weken de gedetineerde aan de lijn. Die zat intussen in Nederland, had geen paspoort en kon dus niets. Help help, zei hij tegen mij. Ik bellen met die gevangenisdirecteur: hij wil zijn paspoort terug. Is goed, zei die man, maar dan wil ik in ruil daarvoor weten hoe hij ontsnapt is. Dat bleek via de vuilniswagen te zijn gegaan. Ik heb het aan de directeur verteld, en een week later hadden we het paspoort van die gedetineerde.”

Dit verhaal is niet illustratief voor de gemiddelde dag van een Bureau Buitenland-medewerker, maar het toont wel aan hoe oplossingsgericht je moet zijn en vooral hoe out of the box je kunt denken. Heinrich: “We worden door de verscheidenheid aan situaties en problemen gedwongen te zoeken naar alternatieve oplossingen. We zijn niet gebonden aan beschikbare producten. Daar hou ik enorm van, en daarom doe ik dit werk ook al zo lang met zoveel plezier.”

Duitsland is ingewikkeld

Binnen de afdeling worden landen gerouleerd. Zo krijgt elke regiocoördinator voor een periode van 5 à 6 jaar een aantal landen toegewezen. Genoeg tijd om een goede band op te bouwen met de vrijwilligers die er zitten, en perfect voor je ontwikkeling omdat elk land weer andere regels en wetten hanteert. Nu zitten de drie heren dus op Duitsland. Jimmy: “Duitsland is complex. Sowieso is het de hofleverancier van Bureau Buitenland: met een club van 30 vrijwilligers ontfermen we ons over 220 gedetineerden. Dat is enorm, en daarom doen we Duitsland ook met zijn drieën.” Klaas vult aan: “Duitsland is een federale staat met 16 deelstaten die elk hun eigen gevangeniswetten hebben. Een gevangene in Noord-Duitsland heeft echt een andere detentietijd dan een gevangene die tegen de Tsjechische grens aanzit, waar bijvoorbeeld hiërarchie een veel grotere rol speelt. Amicaal doen met een gevangenenbewaarder? Moet je in Zuid-Duitsland niet doen.” Ook de straffen die er worden uitgedeeld, verschillen nogal. “De ene deelstaat heeft de veiligheid van de samenleving hoog in het vaandel, de andere hecht meer waarde aan afschrikken. In Noord-Duitsland kun je voor een delict vijf jaar krijgen waarvoor je in Zuid-Duitsland zo zeven jaar achter de tralies verdwijnt.”

Er is veel veranderd in Duitsland in de loop van de jaren. Heinrich: “Vroeger waren er vijf consulaten met meerdere medewerkers die zich met gevangenenbegeleiding bezighielden. Nu is er nog één consulaat, met twee medewerkers die zich ontfermen over álle gevangenen in Duitsland. Daardoor is het netwerk grotendeels weggevallen. Onlangs was er een vrijwilliger die drie gevangenen bezocht in een gevangenis, en daar een volle dag mee bezig was. Die had driekwart van de dag zitten wachten tot de volgende gevangene kwam. Ja, zo’n vrijwilliger kan je dan kwijtraken, die denkt ook: dit is verkwisting van mijn tijd. Dat is doodzonde.”

Vreemde eend

Het aantrekken van nieuwe vrijwilligers hoort niet langer bij het al zeer uitgebreide takenpakket van de drie heren. Daarvoor zijn er twee toegewijde collega’s bij Bureau Buitenland. Inwerken wel, trainingen geven. En ook contact met het thuisfront. Jimmy: “Het thuisfront wordt nog wel eens vergeten, maar je wil niet weten waar die mensen allemaal tegenaan lopen als een familielid in het buitenland opgepakt wordt. Hoeveel verdriet en stress die mensen ervaren. Ik ben blij dat we er voor hen kunnen zijn.”

Contact met het thuisfront, werken met vrijwilligers, je inzetten voor Nederlanders in het buitenland, werken in een vrijwillig kader, het is allemaal volledig anders dan regulier reclasseringswerk. Bureau Buitenland is met recht een vreemde eend in de bijt. Maar wel een heel mooie eend.

Tekst: Marlies Hofland-van der Steeg

Illustratie: Nicole van den Hout

Lees ook de andere verhalen

Tekening Ine
Ine: “Ik had dit werk graag veel en veel langer willen doen”
Tekening Jan
Jan: “Soms heeft ons werk niets met crimineel gedrag te maken”
Feesttent
Group 14 Copy 3