De vrouw die trillend als een blad aan haar balie verscheen, vroeg om een andere aanpak. “Ze was zó nerveus! Overhandigde me haar legitimatie met trillende handen. Ik had zo met haar te doen. Dus ik ben om de balie heen gelopen, ben bij haar gaan zitten, heb haar een kopje koffie gegeven, en haar gerustgesteld. ‘Het is niet eng’, zei ik tegen haar, ‘u gaat met een vriendelijke werker praten.’ Toen ze wegging, zwaaide ze uitbundig. Daar word ik dan heel blij van.”
En dat soort kleine anekdotes vertelt ze dan thuis graag aan haar dochters. “Ik kreeg een keer een man aan de lijn en zijn werker was op vakantie. ‘Ik zal u doorverbinden met een collega’, zei ik tegen hem. Waarop hij antwoordde: ‘Als het maar een lekker wijf is met dikke tieten.’ Nou ja! ’s Avonds vertelde ik dat aan mijn dochter, en die zei: ‘Heb je hem niet gezegd: oh, maar daar spreekt u al mee?’” Ine schiet in de lach. “Pas achteraf vind ik dat heel grappig. Op het moment zelf was ik nogal verbouwereerd.”
Verbaasd is meer het woord dat we kunnen gebruiken voor hoe Ine reageerde toen er een cliënt voor de deur stond met een kettingzaag in zijn handen. “Hij belde aan en ik zag die enorme kettingzaag. ‘Ik kan u toch niet binnenlaten met die zaag!’, riep ik naar hem door de intercom. ‘Ik kan hem ook niet in de auto laten!’, wierp hij tegen. ‘We zijn hier bij de reclassering, hier lopen allemaal criminelen rond. Dan wordt ie gejat!’ Uiteindelijk heb ik de werker gebeld en die heeft de kettingzaag bij mij achter de balie gelegd. Dat is toch wel het vreemdste object waar ik ooit op heb moeten passen.”
Over het algemeen wil Ine niet weten wat cliënten gedaan hebben. Maar soms zijn cliënten zo a-typisch dat ze nieuwsgierig wordt. Zoals bij die chique meneer in maatpak, die zijn vrouw vermoord bleek te hebben. Of bij dat lieve stel van 70, dat een werkstraf had. “Ze hadden allebei hun partner verloren. Waren het internet op gegaan, hadden elkaar ontmoet, waren verliefd geworden en gaan samenwonen. Maar ze hadden het niet gemeld en kregen beiden nog volle AOW. Als werkstraf werden ze in een bejaardentehuis geplaatst waar ze spelletjes moesten doen met de bejaarden. De werkstraf duurde maar 40 uur, maar jaren later deden ze dat werk nog! Heerlijk toch?”