“Het is mooi als je binnen de kaders werkt, maar buiten de kaders denkt”

Interview met Ifna Landus

Reclasseringswerker

Ifna (63) heeft een veeleisende, maar vooral ook een veelzijdige baan: ze is toezichthouder en PIJ-specialist bij de reclassering in Amsterdam. Ze begeleidt o.a. jongeren die de maatregel ‘Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen’ (PIJ) opgelegd hebben gekregen. En dat vraagt veel van je: geduld, tijd, inzicht en vooral veel creativiteit. Maar dat is voor Ifna, die eigenlijk juf had willen worden aangezien ze altijd al lesgaf aan haar 8 jongere broertjes en zusjes, duidelijk gesneden koek.

Op haar 15e kwam Ifna van Paramaribo naar Nederland. Het was 1974. De maand september: herfst, koud. “Ik dacht: in wat voor spookland ben ik nu terecht gekomen? De bomen hadden geen bladeren, het was ijskoud, mensen waren spierwit. En ze praatten allemaal zo raar. Het was een cultuurshock.” Op school viel ze op. “Kinderen aaiden me over mijn arm, om te voelen of die donkere huid wel echt was.” Het idee dat ze had om juf te worden verdween snel. “Toen ik zag hoe brutaal de kinderen hier waren, dacht ik: laat maar.”

Tekening Ifna Landus

Brutaal in het kwadraat

In plaats van te gaan lesgeven aan brutale kinderen, koos ze bij de reclassering voor de ingewikkelde PIJ-doelgroep. Brutaal in het kwadraat. Maar het is een doelgroep die haar goed ligt. “Het zijn jongens die vaak teleurgesteld zijn. Die wantrouwig zijn naar volwassenen. Een relatie met hen opbouwen duurt maanden, zo niet langer. Maar het lukt me altijd, want ik heb intussen veel ervaring met deze doelgroep. Daarbij ben ik duidelijk. Ik zeg wat ik wel en niet voor hen kan betekenen, ik hou me aan mijn afspraken. Ik ben aardig streng, maar waak er wel voor me te stug op te stellen.” Dat blijkt wel uit een anekdote van afgelopen week. “Een cliënt van mij, een jongere met een lichtverstandelijke beperking die een enkelband om heeft, had al een paar mondelinge waarschuwingen gehad vanwege meldingen rond zijn enkelband. Hij had een locatiegebod en moest op bepaalde tijden thuis zijn. Met tussenpozen van een week was hij een paar keer te laat geweest, en nu kwam hij alweer te laat thuis. Maar dit keer kon hij er niets aan doen: de trein had vertraging waardoor hij zijn aansluiting had gemist. Dat was waar, ik kon het controleren. Maar ik dacht: dit is niet de eerste keer dat ik je ergens op aanspreek, je krijgt van mij een officiële waarschuwing. Toen ik het voorlegde in ons tweewekelijkse PIJ-casuïstiek overleg, zeiden mijn collega’s: ‘Maar Ifna, dit lag toch niet aan hem, hij kon hier niets aan doen!’ En daarin hadden ze gelijk. Hij doet het verder gewoon goed. Daarbij maakte het gesprek dat ik met hem had over die waarschuwing al zoveel indruk, ook bij zijn vriendin, dat de boodschap is overgekomen. Dus ik zet die officiële waarschuwing om in een berisping. Streng zijn mag, star zijn is niet goed.”

Sekswerker naar buiten sleuren

Ifna’s manier van werken betaalt uit: in de afgelopen vijftien jaar zijn maar twee van haar cliënten gerecidiveerd. En één daarvan was een nogal suf verhaal. “Je moet je bedenken: die jongeren krijgen zo’n maatregel opgelegd voor minimaal drie jaar. Vaak komen ze binnen als ze 14 zijn en gaan dan bijvoorbeeld weer naar buiten als ze 19 zijn. Die hebben dan veel gemist. Van hoe internetbankieren werkt, hebben ze geen idee. Wat een DigiD-code is, weten ze niet. Hoe ze een uitkering moeten aanvragen, is ze een raadsel. Hoe de jongens meisjes moeten benaderen, is hen ook niet geleerd. Dus deze jongen dacht: ik wil seks, ik ga naar een sekswerker. Hij betaalde haar 50 euro, maar kreeg hem niet omhoog. Eiste zijn 50 euro terug. Zij vond dat het niet aan haar lag maar aan hem en gaf hem het geld niet. Hij griste haar tas van de bank, zij pakte ook een hengsel, en zo sleurde hij haar met tas en al de straat op.”

Als Ifna erover vertelt, merk je dat ze verder kijkt dan het delict. “Hij ging er niet heen om iets crimineels te doen. Die jongen wilde gewoon seks. En ik begrijp dat, als je vijf jaar lang geen meisje hebt gezien. Maar ja, we moesten dus weer met hem aan de slag. Hij ging terug de Justitiële Jeugd Instelling in en we hebben een nieuw plan van aanpak gemaakt, opnieuw behandeling ingezet. Hij is weer gestart met het traject ‘voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel’, en het gaat heel erg goed.”

Systemisch werken, genogram en tijdlijn

Ifna heeft een aantal principes die in haar werk steeds naar voren komen. Eén ervan is dat ze systemisch werkt. “Ik betrek het systeem van de cliënt bij mijn werk. Vader, moeder, zusje, oom, buurman. Met wie heeft hij goed contact? Daarnaast maak ik een genogram van drie generaties: met wie van deze mensen had of heb je een klik en waarom? Als laatste maak ik een tijdlijn: wat gebeurde er toen je vijf was, wat toen je twaalf was? Zo ontdekte ik bij één jongen dat hij was ontspoord toen zijn vader op zijn 12e het gezin had verlaten. ‘Zie je wat hier gebeurde in jouw leven, en wat er toen met jou gebeurde?’ Ook had hij geen enkel respect voor zijn moeder, omdat die geen Nederlands sprak. Door haar bij het toezicht te betrekken, ontdekte ik dat zij geen Nederlands had mogen leren van haar man. Ik heb gesproken met de bibliotheek en met een tehuis om de hoek, en nu leert ze Nederlands en brengt ze eens per week koffie rond in dat tehuis. Zij is zich nu aan het ontwikkelen en die jongen behandelt haar met respect. Een win-win.”

Liever een nabije buur

Een ander principe is dat ze heel dicht tegen haar cliënten aanschurkt. Het betrekken van zo’n moeder is één voorbeeld, maar zo zijn er legio. “Dit is een doelgroep die niet gebaat is bij een whatsappje per week. Je moet ze zien, ze bij de hand nemen. Eerste gesprek bij een begeleidwonen-plek? Ik ga mee. Voorstellen aan de contactpersoon van de dagbesteding? Ik ben erbij. Een DigiD-code aanvragen, een uitkering, een bankpasje, inschrijving bij KvK, ik zit ernaast. Ik fungeer als een spin in het web voor zo’n jongen. Hij heeft vaak geen idee van hoe verschillende instanties werken, soms zit er LVB-problematiek bij, soms een psychische stoornis. We vragen best veel van deze jongens, hoor.”

Trukendoos

Soms loopt het niet zo voorspoedig en merkt Ifna dat ze vastloopt. “Dan open ik mijn trukendoos. Alle methodieken die ik gebruik, heb ik vastgelegd in een methodiekenwaaier. Tuurlijk hebben we onze werkboeken, maar zo’n waaier raadpleeg je sneller. De Roos van Leary, motiverende gespreksvoering, dat soort dingen staan erin. Sowieso leg ik alles vast wat ik doe en weet, voor de volgende generatie werkers.” Sorteert Ifna daarmee voor op haar pensioen? “Jazeker. Over vier jaar mag ik stoppen. Ik fantaseer af en toe over eerder stoppen en een vakantiehuisje in Suriname kopen, of over als systeemtherapeut aan de slag gaan. Tegelijkertijd: ik vind mijn werk zo ontzettend leuk, ik hou dit met alle gemak nog vier jaar vol.”

Tekst: Marlies Hofland-van der Steeg

Illustratie: Nicole van den Hout

Lees ook de andere verhalen

Tekening Ine
Ine: “Ik had dit werk graag veel en veel langer willen doen”
Tekening Jan
Jan: “Soms heeft ons werk niets met crimineel gedrag te maken”
Feesttent
Group 14 Copy 3