Christina: “Dit werk past bij me; het kan me niet gek genoeg zijn”

Interview met Christina

Ze heeft meerdere skydives gemaakt, houdt van wakeboarden en surfen, en doet aan kickboksen. Ook heeft Christina naast haar baan als toezichthouder en specialist elektronische monitoring een eigen bedrijf als personal trainer. “Ik ben altijd bezig, ja. Ik wil graag meer, harder, sneller.” Niet zo verbazingwekkend dus dat ze niet alleen toezicht houdt maar ook mentor is, stagecoördinator, regiehouder en voorlichter. Én dat ze zich als toezichthouder het liefst bezighoudt met de heftigste cliënten: die met een hoog risicoprofiel.

Al vanaf haar 8e roept ze dat ze wil werken met gevangenen. En als Christina iets in haar hoofd heeft, zorgt ze dat het gebeurt. Als ze stage moet gaan lopen in het derde jaar van haar SPH-opleiding, is er maar één organisatie waar ze dat wil doen: bij het Pieter Baan Centrum. “Studiegenoten zeiden: ‘Maar daar kom je nooit binnen, daar wil iederéén stagelopen!’ Dat maakte me niets uit: nee was geen optie. Ik ging daar werken.” Christina bereidt zich goed voor, is vastbesloten, en inderdaad: uit 300 kandidaten wordt zij als enige gekozen. Maar dan begint een pittige leerschool. Christina: “Ik was 21 jaar oud en dacht: ik ga dat wel even doen hier. Maar ik was stiekem natuurlijk groen als gras en niet iedereen in het team zat nou enorm op mij te wachten.” Ze realiseert zich snel: ik zal mij hier van mijn beste kant moeten laten zien. En dat doet ze. Ze groeit in haar functie en neemt acht maanden later met een grote bak praktijkkennis weer afscheid.

Tekening Christine

In één woord heftig

Van het Pieter Baan Centrum gaat ze naar het Pietertje Baan Centrum, zoals het in de volksmond heet: het observatiecentrum van jeugdgevangenis Teylingereind in Sassenheim, waar jongeren onder de 23 jaar worden gemonitord. “In één woord: heftig”, is haar oordeel over die periode. “Het is superinteressant werk. Je observeert, hebt overleggen met milieuonderzoekers, psychiaters, psychologen, je adviseert over wel of niet (jeugd-)TBS. Maar ik werkte met jonge jongens met wie het veelal niet goed ging en die overeind moesten zien te blijven in zo’n groep. Ik was eigenlijk meer bezig met de-escalatie en bovenop vechtende jongens duiken dan met mijn werk. Ik had het gevoel dat ik één-op-één meer zou kunnen bereiken. En toen kwam er een vacature vrij bij de Reclassering.”

Alles om de baan nóg leuker te maken

Ze solliciteert en krijgt de baan, mét een bonus: “Ze vroegen me of ik me vanaf dag 1 wilde gaan bezighouden met cliënten met een enkelband. Dat zijn geen mensen die een winkeldiefstal hebben gepleegd, zullen we maar zeggen. Het kan me niet gek genoeg zijn, dus kom maar door!” Christina belandt in een team dat rap groeit. Binnen twee jaar worden er tien nieuwe collega’s aangenomen en al snel profileert zij zich als hun mentor. Als kort daarna een apart specialisme in het leven wordt geroepen voor cliënten met een hoog risico, meldt Christina zich daar direct voor aan. Maar wat betekent dat specialisme eigenlijk?

Christina: “Het is ontstaan doordat veel van onze cliënten verharden. Waar ze vroeger zaken uitvochten, kiezen ze nu sneller voor een mes of een pistool. Liquidaties komen vaker voor. En wij staan naast die cliënten. Wat betekent dat voor het risico dat wíj lopen? Kunnen wij ons werk nog wel veilig doen? Een van de eerste beslissing die we namen, is die cliënten niet langer op kantoor te spreken. Maar ook moesten we kijken hoe we reclasseringswerkers bewust konden maken van het hoog-risico-gehalte van een cliënt. Het mooiste zou zijn als ze direct herkennen: deze persoon laat dingen zien die wijzen op hoog risico. Denk daarbij aan elkaar uitdagen in de drillrapscene, bekend zijn binnen een motorbende, opgepakt zijn voor grootschalig vuurwapenbezit of grootschalige drugsdelicten.”

Toezicht bij een hoog-risico-cliënt

Zodra bepaald wordt dat een cliënt hoog risico is, pas je je werk als toezichthouder daarop aan. Christina: “Sowieso doen we die toezichten met zijn tweeën, waarvan er in ieder geval één gespecialiseerd is in de doelgroep. Daarnaast hebben we veel aandacht voor de online leefwereld van zo’n cliënt. Als je diegene gaat spreken, ga je er niet heen met je eigen auto. Huisbezoeken zijn uit den boze. We bespreken alle hoog-risico-cliënten in de casuïstiekbespreking, we winnen veiligheidsinformatie in bij ketenpartners als het OM en de politie. Ook lezen we processen verbaal, waarbij we dwarsverbanden leggen tussen verschillende groeperingen en delicten. Zo kan er informatie naar voren komen die heel belangrijk kan zijn voor je toezicht.”

Streetwise

Je zou verwachten dat toezicht houden op dit soort geharde criminelen best spannend is, maar volgens Christina valt dat mee. “Het zijn mensen die, voor meer veiligheid in de samenleving en controle, een toezicht met voorwaarden opgelegd hebben gekregen. Zo houden wij zicht op hen en kunnen we als het meezit gedragsverandering bewerkstelligen. Maar dat is lastig. Ze zwijgen meestal over hun delict, want ‘wie praat die gaat’. De gesprekken die we hebben zijn vaak sociaal wenselijk, want ze weten hoe ze met hulpverleners en instanties moeten omgaan. Ze zeggen ‘ja mevrouw, nee mevrouw’, maar het is veelal lucht. Het enige wat ik kan doen is controleren. Ik check hun gangen op basis van hun enkelband en controleer of ze werken waar ze zeggen dat ze werken. Dat soort dingen.”

Toch zit er soms wel een pareltje tussen. Met plezier denkt Christina terug aan de ‘zware jongen’ die in de gevangenis interesse kreeg in dementie onder ouderen, en bepaalde dat zijn dagbesteding tijdens zijn penitentiair programma in een bejaardenhuis voor dementen moest zijn. “Hij zag een vacature voor activiteitenbegeleider, belde op, was compleet eerlijk over dat hij nog in de gevangenis zat maar dagbesteding nodig had, en werd op gesprek gevraagd. Hij kreeg de baan en al die demente ouderen liepen volledig met hem weg. Met die grote man met zijn tattoos en dikke nek. Hij werkt nu nog altijd bij dat bejaardentehuis. Met hem kwam het dus helemaal goed. Maar dat is wel uitzonderlijk.”

Van doen naar denken

Voor iemand die altijd op zoek is naar een adrenalinekick, klinken die hoog-risico-toezichten misschien een beetje saai. Maar Christina vindt de uitdaging inmiddels dan ook meer in het denkwerk dan in het doewerk. “Ik ben echt een doener, zeg overal ja tegen en hou me graag met honderd dingen tegelijkertijd bezig. Maar het leukste vind ik het als een collega me belt met een vraagstuk, en dat we daar dan samen over na kunnen denken. Zoals over een lastige casus, over hoe we dit specialisme kunnen verbeteren of hoe we de werkwijze zouden kunnen uitbreiden. En dat doen in samenwerking met het openbaar ministerie en andere partners is superinteressant. Wat kunnen we nog bereiken bij een cliënt? Wat doen we met nieuwe dreigingen? Toen Derk Wiersum en Peter R. de Vries werden vermoord, werd dat opeens heel concreet. Zouden toezichthouders nu ook meer gevaar lopen? Hoe ver staat dit nog van ons af? Me daarmee bezighouden geeft mij de adrenalinekick die ik zoek.”

Tekst: Marlies Hofland-van der Steeg
Illustratie: Nicole van den Hout

Lees ook de andere verhalen

Tekening Ine
Ine: “Ik had dit werk graag veel en veel langer willen doen”
Tekening Jan
Jan: “Soms heeft ons werk niets met crimineel gedrag te maken”
Feesttent
Group 14 Copy 3