Carla: “Zo lang voor één werkgever werken, dat bedenk je je niet van tevoren”

Interview met Carla Hermans

Managementassistent

Administratief medewerker, systeembeheerder, trainer, lead auditor en op dit moment managementassistent, de lijst met functies die Carla Hermans uit regio Zuid heeft bekleed is lang. “Zodra er iets nieuws langskwam, stak ik mijn vinger weer in de lucht.” Zo ontdekt ze waar haar kracht ligt, wat ze het leukst vindt om te doen, maar ook wat haar valkuil is. “Te veel op je bordje nemen is ook niet goed.”

Het is 1980 als Carla als jonge vrouw van 21 bij de Algemene Reclasserings Vereniging (ARV) solliciteert. “Eigenlijk wilde ik naar het conservatorium en professioneel dwarsfluitist worden. Maar mijn broer zat al op het conservatorium en dat vond mijn vader wel genoeg. Ik moest maar een serieuze carrière nastreven want als musicus viel er geen droog brood te verdienen, zo vond hij.” Het werd dus administratief werk in Tilburg, bij de reclassering. Al blijkt Carla’s vader het ook daar niet helemaal mee eens te zijn. “Vele jaren na mijn aanstelling vernam ik van de regiodirecteur dat pa destijds telefonisch contact met hem had opgenomen om te polsen in wat voor organisatie ik terecht kwam.”

Tekening Carla

Andere tijden

Toentertijd zat de werkeenheid Tilburg in een oud herenhuis, waar Carla de beschikking kreeg over een nieuwe elektrische typemachine waarop ze brieven en voorlichtingsrapporten typte, in viervoud en met behulp van carbon (en typex!). Haar takenpakket was veel uitgebreider dan dat, maar werd nóg groter toen ze het budgetbeheer van cliëntgelden erbij ging doen. Carla: “Hun uitkeringen kwamen binnen op de rekening van de reclassering. Vaste lasten werden overgemaakt en het restant werd door het aantal weken gedeeld dat resteerde tot de volgende uitkering. Elke week kwamen cliënten naar kantoor om dat bedrag op te halen. Sommigen waren ongeduldig en belden dan enkele dagen eerder op, of ‘het’ al binnen was. Ik haalde het geld op bij de bank om de hoek aan de Spoorlaan, tien minuten lopen. Onderweg zaten sommige cliënten dan al te wachten. Door vriendelijk naar hen te zwaaien, hoopte ik dat ik niet overvallen zou worden. Dat is gelukkig nooit gebeurd.”

Zo zijn er meer voorvallen die Carla zo uit haar geheugen opdiept over die periode. “Er kwam ook vaak een zwerver op kantoor, voornamelijk voor koffie. Die stal wel eens een boterham van een collega uit het broodtrommeltje in de koelkast in de keuken, wat niet zo werd gewaardeerd door die collega. Op een gegeven moment vroeg hij me ten huwelijk. Dan kon ik geld voor hem verdienen en hij kon in zijn drugsgebruik voorzien, dat leek ‘m wel handig.” Lachend: “Een aantrekkelijk idee, maar ik heb hem toch maar afgewezen.”

Systeembeheer

Dan is het 1989 en wordt er een computer binnen gebracht. Er gaat een deken overheen, niemand kijkt er meer naar om. Tot Carla haar nieuwsgierigheid niet kan bedwingen en besluit eens te gaan uitzoeken hoe het ding werkt. “Ik ben helemaal niet technisch, maar ik begreep wel ongeveer hoe het werkte. Al snel vroegen ze me of ik overal in de regio wilde helpen computers aan de praat te krijgen. Reed ik rond met zo’n floppy disk, die ik dan in de computer stopte. Even wachten, en dan stond er nieuwe programmatuur op. Heel makkelijk.” Ze traint mensen in het gebruik van de computer, doet systeembeheer, en geeft uiteindelijk ook trainingen Word Perfect en Excel. Het is een heerlijke tijd voor de duizendpoot die Carla is.

Burnout

Maar ja zeggen op alle leuke dingen die langskomen, heeft ook een keerzijde. In 1995 worden alle administratieve processen herzien, iets waar Carla nauw bij betrokken is. Ze neemt het mee naar huis, blijft erover malen, kan het niet loslaten. Als dan op een dag haar auto het begeeft, zakt ze zelf ook door haar hoeven. “Ik kon niets meer. Ik at niet meer, was bang voor alles. Zelfs het nieuws maakte me onrustig. Ik zou die periode mijn ergste vijand niet toewensen.” Ze wordt geopereerd aan twee nekhernia’s (“Ik had letterlijk te veel op mijn schouders genomen en mijn nek had het begeven”) en pakt na vier maanden thuis te hebben gezeten de draad weer op. Maar dat is niet makkelijk. “Je vertrouwt jezelf niet meer zo erg, weet niet goed wat je wel en niet aankan.” Carla neemt zich voor dat ze het nooit meer zover wil laten komen. “Als ik nu denk: het wordt te druk, trek ik onmiddellijk aan de bel. En dat werkt.”

Verliefd op een toezichthouder

Wat ook werkt, is het relativeringsvermogen van haar vriend, Kees. Ze leert hem kennen bij de reclassering. “We stonden bij het koffieapparaat en hadden het over zingen bij een feest dat eraan zat te komen. Ik kende hem eigenlijk nauwelijks, maar toch besloten we samen een lied te gaan schrijven en op te treden. Elke dag mailden we heen en weer over het lied, en toen gingen we op het kantoor in Roosendaal oefenen. Had ie een accordeon bij zich! Niet echt mijn instrument, maar hij speelde heel goed. En hij was supergrappig. En nuchter. Toen is er een zaadje geplant. Kort daarna was er een landelijke sportdag met aansluitend een feest, en toen hebben we de hele avond gedanst.”

Inmiddels is Carla al 23 jaar heel gelukkig met Kees, die onlangs met pensioen is gegaan. Gaat het bij haar dan nu ook kriebelen? “Niet echt. Ik heb wel zin om na mijn pensioen nieuwe talen te leren, en ik wil bij een zangvereniging of toneelclub, ik wil veel meer lezen. In die zin denk ik dat ik nog moet gaan kiezen ook. Maar eigenlijk zie ik er niet zo naar uit en ben ik blij dat ik nog twee jaar mag werken. Ik geniet er nog steeds van. Ik ben er best trots op dat ik altijd heb opengestaan voor nieuwe taken, nieuwe uitdagingen, dat ik in die 43 jaar niet ben ingedut. En ik ben de organisatie heel dankbaar dat ze me daartoe altijd in staat hebben gesteld. Voor alles wat ik wilde oppakken, kreeg ik groen licht. Ik heb zelfs sinds 2012 nog drie HBO-opleidingen genoten! Dus ik heb veel geleerd, ik heb mogen groeien. Daar ben ik echt heel dankbaar voor.”

Tekst: Marlies Hofland-van der Steeg

Illustratie: Nicole van den Hout

Lees ook de andere verhalen

Tekening Ine
Ine: “Ik had dit werk graag veel en veel langer willen doen”
Tekening Jan
Jan: “Soms heeft ons werk niets met crimineel gedrag te maken”
Feesttent
Group 14 Copy 3