Zijn vader was politiek gevangene in Uruguay, zelf zat Alejandro vanaf zijn 13e in het verzet. Toen zijn familie de dictatuur in het land ontvluchtte, bleef hij in zijn eentje achter, om zich op zijn 18e bij hen te voegen, in Groningen. In het heftige en indrukwekkende verhaal over de vlucht van zijn gezin komt één ding vooral naar voren: Alejandro is een intens positief mens die gelooft dat je zelf bepaalt hoe je leven verloopt. Een les die hij ook zijn cliënten bijbrengt. “Als iets in je leven niet lekker loopt, moet je er wat aan dóen.” Het maakt hem tot een geliefde reclasseringswerker, ook bij de heftigste reclassenten.
In Alejandro’s manier van toezicht houden staat autonomie centraal. “Ik zeg altijd tegen mijn cliënten: het is jouw leven. Jij bepaalt hoe je reageert, jij bepaalt de risico’s die je wilt nemen. Ik vind het belangrijk dat ze zich verantwoordelijk voelen. Als er iets fout gaat, komt dat door hun eigen beslissingen.” Daarbij vlakt hij zijn eigen rol niet uit. “Ik ben niet autoritair, maar ik wil wel een autoriteit zijn: de cliënt moet erkennen dat ík het traject aanstuur. Het traject is hem opgelégd, het is mij opgedrágen. Samen werken we aan dezelfde opdracht en het is mijn taak de doelen en de weg ernaartoe helder te krijgen. Per leefgebied stellen we een doel, en dan bepalen we: wat moet je daarvoor doen, wat moet je daarvoor laten? Bij mij krijgen ze altijd huiswerk mee.”