Het is niet voor te stellen, maar Margriet heeft vijf keer in haar leven een moord van dichtbij meegemaakt. Van een onderbuurvrouw van haar oma die werd vermoord door diens ex-partner, tot de zus van een vriendin die in een psychose iemand ombracht in een GGZ kliniek. “Bizar inderdaad”, beaamt Margriet, “maar ik ken beide kanten van de medaille, zowel die van dader als van slachtoffer, en dat helpt me enorm in mijn functie als reclasseringswerker.”
Als meisje van vijf had Margriet al hart voor de zwakkeren in haar omgeving. Kindjes die gepest werden op school, kinderen die werden buitengesloten. Ze kwam voor hen op. Maar toen op haar 11e de broer van haar vriendinnetje een moord pleegde, was daar opeens ook het perspectief van een dader. Margriet: “Ik was heel erg in de war. Ik kwam vaak bij mijn vriendinnetje thuis, was dol op haar broer. Hoe kon hij zoiets zomaar doen?” Het speelt mee bij de keuzes die Margriet daarna maakt. "Ik wilde werken met daders, waarbij ik ook oog zou hebben voor de slachtoffers. Het moest een combinatie zijn van zorg en justitie, van begeleiding binnen de kaders van straf.” In het laatste jaar van haar MBO Sociale Arbeid komt er een reclasseringswerker praten over zijn werk en vallen voor Margriet alle puzzelstukjes op zijn plaats.