Malika keek rond. Eindelijk weer eens op kantoor. Hoe lang geleden was ze hier voor het laatst? Op de laatste live dag van de unit, dacht ze. Einde 20’er jaren? Er was sindsdien niet veel veranderd. Dezelfde grijze tafels en hufter proof stoelen, dezelfde half dreigende diagnoseapparaten, dezelfde posters aan de wand. Alles nog steeds in de stijl van de boring twenties. Nee, investeringen in live ontmoetingen waren verleden tijd.
Ze haalde diep adem en ging recht zitten. En duwde voor de zoveelste keer de twijfel weg. Ze ging in gedachten nog eens na of ze het protocol juist had gevolgd. Ja, dat kon niet anders. Ze had per slot van rekening toestemming gekregen? En ze was toch niet voor niets Eye-catcher? En een goeie! Niet om op te scheppen, maar ze had al in drie opeenvolgende jaren de meeste valse fantomen ontmaskerd. Ze had aan een paar oogcontacten meestal genoeg.
Maar goed, al met al had de aanvraag haar toch nog twee uur gekost. En daarna was ze nog eens bijna een dag bezig geweest met de testen; uitgebreide oefensessies in de Hologramspace (de ‘fake room’), eerst met de dialogue assist en daarna zonder. De organisatie liet niet veel aan het toeval over bij dit soort onderzoeken. Eye-catcher of niet, je moest door de hele molen als je een cliënt in het echt wilde spreken. Dus ze mocht wel trots zijn op zichzelf.