1886 - Voorwaardelijke invrijheidstelling
Het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen gaat zich ook richten op de voorwaardelijk invrijheidgestelden nu dat volgens het nieuwe wetboek van Strafrecht van 1879 verplicht is gesteld. Het gaat met enig gemor. De leden hadden liever gezien dat gevangenen hun hele straf uitzitten in plaats van een voorwaardelijke invrijheidstelling na twee derde van de straf. De ‘heilzame invloed’ van de cel zou verloren gaan en zou alleen maar leiden tot ‘uitwendig braaf, maar inwendig huichelachtig gedrag’.