1823 - De eerste decennia
In de eerste decennia van haar bestaan richt het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen zich vooral op verbetering van de omstandigheden in de gevangenis. De leden streefden naar het apart opsluiten van mannen en vrouwen en wilden vanaf 1842 niet alle gevangenen meer samen in één ruimte, maar eenzame opsluiting in een cel. Een gedetineerde zou op die manier makkelijker tot inkeer kunnen komen. Zonder de mogelijkheid van het volgen van een opleiding of het doen van werk tijdens de gevangenisstraf zouden bovendien ‘de gevangen verkwijnen in luiheid en vadzigheid tot groote veragtering van hun zedelijk bestaan’, zo was het Genootschap van mening.
